546a. Takken onregelmatig verspreid. Bladen 2-5 cm lang. Bloemen in kort gesteelde, knikkende schermen, met 2-4 bijeen, soms alleenstaand. Meeldraden roze. Wilde dwergmispel. | ||
546b. Takken en bladen opvallend in 2 rijen geplaatst. Bladen 0,6-1,2 cm lang. Bloemen alleenstaand of met 2 bijeen, rechtopstaand. Meeldraden wit. Vlakke dwergmispel. | ||
1a. Kruiden óf planten met alleen onderaan houtige takken óf minder dan 50 cm hoge struiken (halfstruiken). --> 2
2a. Land- of waterplanten, in het laatste geval in de bodem wortelend en met boven het water uitstekende bladen of bebladerde stengels. --> 3
3a. Planten met bloemen met stampers en/of meeldraden. Voortplanting door middel van zaden. --> 4
4a. Stengel en/of bladen met bladgroen. --> 5
5a. Planten niet gras- of biesachtig; indien de bladen lint- of buisvormig, dan met heldergekleurde bloemen. --> 6
6a. Bloemen niet in een hoofdje geplaatst. --> 7
7a. Bloemen met 2 kransen bloembekleedsels (kelk en kroon) die in vorm en/of kleur duidelijk van elkaar verschillen (zie Figuur). --> 8
8a. Kroonbladen tot aan de voet vrij van elkaar. (Elk kroonblad apart afvallend; meeldraden zelden op de kroonbladen ingeplant). --> 9
9a. Bloemen 2-slachtig --> 10
10a. Stengel zonder stekels. --> 11
11a. Vruchtbeginsel(s) bovenstandig. --> 12
12b. Vruchtbeginsels 2 of meer, vrij of aan de voet vergroeid. --> 484
484a. Kelk- en/of kroonbladen meer dan 3. --> 485
485a. Bladen niet dik en vlezig, vaak samengesteld. --> 486
486a. Bladen verspreid of in kransen, vrij. --> 487
487a. Vruchtbeginsel(s) 2 tot vele, elk met een eindelingse stijl of stempel. --> 488
488a. Kelkbladen op een min of meer schotel- of bekervormige bloembodem aangehecht, daardoor onderaan schijnbaar vergroeid. Familie Rosaceae - Rozenfamilie. --> 489
489a. Bladen en takken of stengels zonder stekels, of bomen of houtige struiken met doorns. --> 490
490b. Takken ten minste aan de voet houtig. --> 533
533a. Vruchtbeginsel onderstandig, in de bol- tot peervormige bloembodem ingesloten. --> 534
534a. Bloeiwijzen vertakt en scherm- of tuilvormig, of met een zeer korte as, of 1-bloemig. --> 535
535a. Bloeiwijze onderaan vertakt. --> 536
536b. Bladen gaafrandig. --> 544
544a. Kroonbladen rechtopstaand. --> 545
545a. Bladen met ingezonken nerven. Planten ’s winters groen blijvend. --> 546