2460a. Bloemen rood of roze, zelden wit. ‘Kelkbuis’ buisklokvormig. Trossen hangend, klierachtig behaard. Schutbladen even lang als de bloemstelen, gekleurd. Bladen 3-5-lobbig, van onderen grijsharig, na wrijven geurig. Bessen blauwzwart. Rode ribes. | ||
2460b. Bloemen goudgeel. ‘Kelkbuis’ buisvormig. Trossen rechtop-afstaand. Schutbladen langer dan de bloemstelen, niet gekleurd. Bladen 3-spletig met 2-lobbige zijslippen, kaal of van onderen kort behaard, na wrijven zonder speciale geur. Bessen donkerpaars. Gele ribes. | ||
1b. Meer dan 50 cm hoge struiken of bomen (zie Figuur). --> 2304
2304a. Bladen aanwezig. --> 2305
2305a. Geen klimmende of windende plant. --> 2306
2306a. Blad enkelvoudig, soms lijnvormig in bundels bijeen of schubvormig langs vertakkende twijgen. --> 2307
2307b. Bladrand van ten minste een deel van de bladen gelobd tot gespleten. --> 2448
2448a. Bladen verspreid. --> 2449
2449a. Doorns of stekels afwezig. --> 2450
2450a. Bladen alle, of ten minste die nabij de top van de volgroeide twijgen, handnervig. --> 2451
2451a. Bladonderzijde groen, kaal of behaard. --> 2452
2452b. Twijgen zonder ringvormig litteken. Familie Grossulariaceae - Ribesfamilie. Ribes - Ribes. --> 2455
2455a. Takken zonder stekels. Trossen, althans die met mannelijke bloemen, meer dan 3-bloemig. --> 2456
2456b. ‘Kelkbuis’ langer dan breed, helderroze tot rood, heldergeel, of wit. --> 2460