2395a. Blad minder dan 5x zo lang als breed, indien meer dan 3x zo lang als breed hetzij gaafrandig óf van onderen zeer dicht wit tot grijs behaard. | ||
2395b. Blad minstens 5x zo lang als breed, indien slechts 4x zo lang als breed dan de bladrand in ieder geval aan de top gezaagd en blad van onderen kaal. Bittere wilg. | ||
1b. Meer dan 50 cm hoge struiken of bomen (zie Figuur). --> 2304
2304a. Bladen aanwezig. --> 2305
2305a. Geen klimmende of windende plant. --> 2306
2306a. Blad enkelvoudig, soms lijnvormig in bundels bijeen of schubvormig langs vertakkende twijgen. --> 2307
2307a. Bladrand minder dan een derde ingesneden. --> 2308
2308a. Bladen niet schub- of naaldvormig; indien lijnvormig dan altijd breder dan 3 mm. --> 2309
2309b. Bladen in kransen of tegenoverstaand, soms scheef tegenoverstaand. --> 2392
2392a. Bladen minder dan 5 cm breed. --> 2393
2393a. Bladonderzijde kaal of met enkelvoudige haren. --> 2394
2394a. Plant niet telkens in 2 even lange takken gesplitst. --> 2395