2242a. Bladschijf van de drijvende bladen min of meer leerachtig en ondoorschijnend, meestal even lang als of korter dan de bladstelen en ongeveer in het midden het breedst. Vruchtjes 2-4 mm lang. | ||
2242b. Bladschijf van alle bladen dun en doorschijnend, duidelijk netvormig geaderd, vaak roodachtig, die van de drijvende bladen 2-4 x zo lang als de bladsteel en nabij de bladvoet het breedst. Vruchtjes 1,5-2 mm lang. Aarstelen niet verdikt. Weegbreefonteinkruid. | ||
1a. Kruiden óf planten met alleen onderaan houtige takken óf minder dan 50 cm hoge struiken (halfstruiken). --> 2
2b. Waterplanten, losdrijvend (en dan soms met boven water uitstekende bladen) of in de bodem wortelend en dan met ondergedoken of drijvende bladen en alleen de bloeiwijze boven het wateroppervlak uitstekend. Zie voorbeelden in Figuur. --> 2221
2221a. Plant geheel of grotendeels ondergedoken of alleen de bladschijf drijvend, de bladsteel ondergedoken, óf bladen iets boven water uitstekend. --> 2222
2222a. Bladen alle ondergedoken. --> 2223
2223a. Bladen ongedeeld. --> 2224
2224a. Bladen langs de stengel geplaatst. --> 2225
2225a. Bladen gaafrandig of zeer fijn gezaagd (loep!). --> 2226
2226a. Bladen in kransen van 3-5 of niet in kransen. --> 2227
2227a. Bladen elliptisch of eirond tot lancetvormig. --> 2228
2228b. Bladen alle verspreid of bovenaan enkele tegenoverstaand, met minstens 1 cm lange, schedevormige steunblaadjes. Potamogeton - Fonteinkruid. Familie Potamogetonaceae - Fontein-kruidfamilie. --> 2235
2235a. Vruchtjes ook aan de voet vrij, de snavel hoogstens 1/4 zo lang als de rest van de vrucht. Bladrand ook bij de top ongetand of alleen met door een sterke loep zichtbare tandjes. Stengel rond of afgeplat. Bladen alle 0,5-5 mm breed óf ten minste de bovenste meer dan 2 cm breed. --> 2236
2236a. Bovenste bladen 10 mm breed of breder. --> 2237
2237a. Drijvende bladen (indien aanwezig) aan de top van de bladsteel zonder indeukingen aan de zijden; bovenste deel van de bladsteel zonder vrij scherp afgescheiden ‘gewricht’. Ondergedoken bladen (behalve de eerstge-vormde) vlak, niet steelachtig (half-)rond. --> 2238
2238a. Bladen gesteeld of met versmalde voet zittend, drijvende bladen al of niet aanwezig. --> 2239
2239b. Ondergedoken bladen met een duidelijke bladsteel. Drijvende bladen aanwezig, leerachtig en ondoorschijnend (bij Potamogeton coloratus dunner en doorschijnend). --> 2242