2035a. Bladschede in het bovenste deel dicht gewimperd. Blad van boven kaal of met verspreide, tot 2 mm lange haren. | ||
2035b. Bladschede niet gewimperd. Bladvoet van boven met 5-8 mm lange haren bezet. Geelrode naaldaar. | ||
1a. Kruiden óf planten met alleen onderaan houtige takken óf minder dan 50 cm hoge struiken (halfstruiken). --> 2
2a. Land- of waterplanten, in het laatste geval in de bodem wortelend en met boven het water uitstekende bladen of bebladerde stengels. --> 3
3a. Planten met bloemen met stampers en/of meeldraden. Voortplanting door middel van zaden. --> 4
4a. Stengel en/of bladen met bladgroen. --> 5
5b. Grassen of planten met een gras- of biesachtig uiterlijk. (Alle bladen zeer veel langer dan breed, vlak of ingerold of buisvormig; bloemen klein en onopvallend, onregelmatig, of indien regelmatig, dan bleek of bruin- of groenachtig). Zie Figuur. --> 1692
1692a. Bladschijf plat of iets vlezig, op doorsnede vlak, gevouwen of ingerold (of alleen aan de top massief en 3-kantig). --> 1693
1693a. Bloeiwijze niet uit 2 of meer boven elkaar geplaatste, bol- of sigaarvormige aren bestaand. --> 1694
1694a. Bloeiwijze geen zijdelings uit een blad tredende kolf. Plant bij kneuzing niet sterk ruikend. --> 1695
1695b. Bloemen door 1-4 schubvormige blaadjes (kafjes) bedekt, zonder bloemdekbladen (zie Fig. a,c), of deze veranderd tot haren of borstelharen (Fig. d), of tot een ‘urntje’ om de bloem heen vergroeid (Fig. b). --> 1728
1728a. Bladen afwisselend in 2 rijen geplaatst. Stengel rond of afgeplat, hol (behalve op de knopen; stengel gevuld bij Sorghum - Sorgo en Zea mays - Maïs). Familie Poaceae - Grassenfamilie --> 1729
1729b. Sleutel voor niet-bloeiende grassen. Veel van de zeer zeldzame of adventieve soorten zijn niet opgenomen in dit deel van de sleutel. Zie opmerkingen Pagina 1922. --> 1922
1922b. Tongetje bestaande uit een rij haren, deze soms aan de voet vergroeid. --> 2030
2030a. Plant zonder wortelstokken of uitlopers. --> 2031
2031a. Jongste blad van een spruit ineengerold, niet langs de middennerf gevouwen. --> 2032
2032a. Planten 1-jarig, gemakkelijk uit de grond te trekken. --> 2033
2033a. Bladschede kaal of kort stijf behaard. Rand zonder klierputjes. --> 2034
2034a. Randen van de bladschede dicht gewimperd, of bladvoet van boven met meer, veel langere haren. Blad breder dan 2,5 mm. Middennerf duidelijk breder dan de overige nerven. --> 2035