1913a. Bladschede bovenaan langs de rand kort behaard. Bovenste kelkkafje veel groter dan het onderste. Lemma van de vruchtbare bloem glad of dwars gerimpeld, geheel of gedeeltelijk bedekt door het bovenste kelkkafje. Palea van de onvruchtbare bloem tot half zo lang als het lemma. Borstels onder het aartje groen of paarsrood. | ||
1913b. Bladschede ook bovenaan langs de rand kaal. Bovenste kelkkafje ongeveer even groot als het onderste. Lemma van de vruchtbare bloem dwars gerimpeld, gedeeltelijk bedekt door het bovenste kelkkafje. Palea van de onvruchtbare bloem ongeveer even lang als het lemma. Borstels onder het aartje eerste geel, later rood-oranje. Geelrode naaldaar. | ||
1a. Kruiden óf planten met alleen onderaan houtige takken óf minder dan 50 cm hoge struiken (halfstruiken). --> 2
2a. Land- of waterplanten, in het laatste geval in de bodem wortelend en met boven het water uitstekende bladen of bebladerde stengels. --> 3
3a. Planten met bloemen met stampers en/of meeldraden. Voortplanting door middel van zaden. --> 4
4a. Stengel en/of bladen met bladgroen. --> 5
5b. Grassen of planten met een gras- of biesachtig uiterlijk. (Alle bladen zeer veel langer dan breed, vlak of ingerold of buisvormig; bloemen klein en onopvallend, onregelmatig, of indien regelmatig, dan bleek of bruin- of groenachtig). Zie Figuur. --> 1692
1692a. Bladschijf plat of iets vlezig, op doorsnede vlak, gevouwen of ingerold (of alleen aan de top massief en 3-kantig). --> 1693
1693a. Bloeiwijze niet uit 2 of meer boven elkaar geplaatste, bol- of sigaarvormige aren bestaand. --> 1694
1694a. Bloeiwijze geen zijdelings uit een blad tredende kolf. Plant bij kneuzing niet sterk ruikend. --> 1695
1695b. Bloemen door 1-4 schubvormige blaadjes (kafjes) bedekt, zonder bloemdekbladen (zie Fig. a,c), of deze veranderd tot haren of borstelharen (Fig. d), of tot een ‘urntje’ om de bloem heen vergroeid (Fig. b). --> 1728
1728a. Bladen afwisselend in 2 rijen geplaatst. Stengel rond of afgeplat, hol (behalve op de knopen; stengel gevuld bij Sorghum - Sorgo en Zea mays - Maïs). Familie Poaceae - Grassenfamilie --> 1729
1729a. Sleutel voor bloeiende grassen. Bamboe en Maïs zijn niet in deze sleutel opgenomen. Zie opmerkingen Pagina 1730. --> 1730
1730b. Tongetje bestaand uit een rij haren (indien de haren aan de voet onderling vergroeid zijn, dan zijn de vergroeiingsnaden met de loep zichtbaar) of ontbrekend. --> 1899
1899a. Bloeiwijze pluimvormig of aarvormig, herhaaldelijk (zij het soms zeer kort) vertakt (zie Figuur c, d, en f ). --> 1900
1900b. Aartjesstelen met 1-10 stijve, ruwe borstels, deze veel langer dan het aartje. --> 1913