|
Actinia equina Paardeanemoon
Zuil tot 8 cm hoog, met max. 190 tentakels rond de mondopening, in 5 Ã 6 cirkels. Bij laagwater vindt men ze vaak drooggevallen, met ingetrokken tentakels; ze lijken dan op een klodder gekleurde gelei van zo'n 3 cm hoog.
|
|
|
|
Cantharellus cibarius Hanekam, Cantharel
Vrij algemene, eetbare paddenstoel. Smaak waterig-peperachtig. Vruchtlichaam vlak trechtervormig. Hoed 3-10 cm, vlak, bleek tot diep dooiergeel, met ingerolde, golvende rand.
|
|
|
|
|
Taraxacum officinale Gewone paardenbloem
Zeer algemeen verspreid. Groeit in graslanden, bermen en gazons op vochtige tot droge, meer of mindersterk bemeste bodems. Bladen zeer variabel, vaak sterk ingesneden en getand.
|
|
|
Graphocephala fennahi Rhododendroncicade
Noord-Amerikaanse soort, hier ingeburgerd in tuinen en parken met Rhododendron-struiken. De ontwikkeling vindt uitsluitend plaats op Rhododendrons en de volwassenen zijn daar ook nog op te vinden, vaak zonnend op de bladeren.
|
|
|
|
Geastrum triplex Gekraagde aardster
Vrij algemene zwam. Vruchtlichaam gesloten uivormig, 3-5 cm, geopend 5-15 cm. De 4-8 puntige, vlezige slippen barsten open, meestal met een opstaande kraag om de perkamentachtige bol.
|
|