|
Charadrius dubius Kleine Plevier
Zomergast. Lijkt op Bontbekplevier, maar kleiner en lichter gebouwd. Beste kenmerken zijn ontbreken van witte vleugelstreep en andere roep. Op korte afstand is gele oogring kenmerkend.
|
|
|
|
Ranunculus peltatus Grote waterranonkel
Vrij algemene waterplant in het oosten van het land, elders zeldzaam. Groeit in zoet, stilstaand tot vrij snel stromend, ondiep, voedselarm tot matig voedselrijk water. Verwant aan de boterbloemen.
|
|
|
Pycnoporus cinnabarinus Vermiljoenhoutzwam
Deze zeldzame zwam komt voor op takken en stammen van loofbomen (berk, lijsterbes, kers). Bovenzijde concentrisch golvend, wrattig, aangedrukt viltig tot glad, oranje tot oranjerood, met scherpe rand.
|
|
|
|
Pluvialis apricaria Goudplevier
Talrijke wintergast in ons land. Herkenbaar aan met gouden spikkels bezaaide zwarte bovendelen. Typische plevierenmanier van voedsel zoeken: rennen, stoppen, pikken.
|
|
|
Gerris sp. Schaatsenrijder
Maakt gebruik van oppervlaktespanning van water en kan dankzij borstelharen op de poten op het wateroppervlak staan. Met het middelste pootpaar worden snelle slagen gemaakt, het achterste pootpaar dient voor de besturing.
|
|
|
|
Gasterosteus aculeatus Driedoornige stekelbaars
In de paaitijd is het mannetje prachtig gekleurd met een roodoranje buik en borst en een blauwe rug, ogen en kop. Binnen zijn territorium bouwt hij op de bodem een nest van stukjes wier en dergelijke en lokt vervolgens een vrouwtje door het nest.
|
|